Zo begon het…
George Fox (1624-1691), geboren en getogen in Engeland, legde de grondslag van de Quakerbeweging. Als jong volwassene werd hij geraakt door de bijbel, maar hij verafschuwde de manier waarop de kerk zich in zijn tijd manifesteerde omdat de religieuze leiders niet leefden naar wat ze preekten. Hij raakte in een depressie omdat niemand hem verder kon helpen. In zijn dagboek schreef hij hierover: “Toen alle hoop vervlogen was hoorde ik een stem die zei: “er is er maar Eén die jou kan helpen en dat is “Christus Jezus”.
Vanaf dat moment vatte hij nieuwe moed en begon hij te preken en mensen op te roepen om zich van alle ‘door mensen bedachte godsdiensten’ af te keren en zich te richten naar de innerlijke leraar die hij ‘dat van God in ieder mens’ noemde. Deze formulering zet de deur open voor alle mensen, ongeacht de geloofstraditie waartoe ze behoren.
De naam Quakers
De naam Quakers (< Engels: ‘bevenden’, van het werkwoord beven) ontstond in 1650, toen George Fox voor de rechter moest verschijnen voor een aanklacht wegens godslastering. Volgens Fox’ Journal noemde de rechter hen quakers naar aanleiding van zijn oproep te beven voor het woord van God, een verwijzing naar de Bijbel. De naam Society of Friends (Genootschap der Vrienden) ontstond pas later.
De Quakerlevensstijl werkte in eerste instantie provocerend, maar dwong later respect af, zodat de geuzennaam Quaker, een klank van betrouwbaarheid en degelijkheid kreeg. Dat is de reden waarom een bekende havermoutproducent het aantrekkelijk vond die naam te dragen, terwijl er geen Quakers betrokken zijn geweest bij het ontstaan van dit bedrijf.