3.3 Inkeer en gebed

De eerste Vrienden voelden al aan dat één Stille Samenkomst per week te weinig is voor het geloofs- en gemeenschapsleven. Daarom kwamen de Vrienden vroeger ook midden in de week samen voor een wijdingssamenkomst.
Tegenwoordig is er slechts één dienst per week en zelfs dan is lang niet iedereen in staat die elke zondag bij te wonen.

De leiding van het Licht dringt zich, in tegenstelling tot de (ver)leiding van de wereld en het ego, niet op aan de mens, maar moet actief gezocht worden. Daarom is het belangrijk om God te zoeken in momenten van stilte en inkeer.
Dat kan op vele manieren. Hiervoor zal de één zich terugtrekken in de natuur, terwijl de ander gewoon in stilte gaat zitten. Weer anderen zullen de Bijbel pakken of een ander inspirerend boek, om van daaruit de weg gewaar te worden die men heeft te gaan of om zich dichter bij God te voelen. Ook de Overwegingen en Vragen (zie hoofdstuk 10) kunnen als hulpmiddel worden gebruikt om het eigen leven tegen het Licht te houden.

Door afstand te nemen van zichzelf en als ‘buitenstaander’ het eigen functioneren te beschouwen komt men tot dieper inzicht in innerlijke roerselen en motieven. Zo kan men zich door inkeer niet alleen boven het alledaagse verheffen, maar ook tot zelfonderzoek komen. Het zoeken naar het Licht brengt ons vaak op de goede weg. Wij ontdekken wie wij zelf zijn en krijgen steun om ons te helpen in waarachtigheid te leven vanuit “het Licht dat ieder mens verlicht”.

De momenten van stilte en inkeer wekken op onnaspeurbare wijze het verlangen in ons naar het Koninkrijk van Vrede en stimuleren ons de medemens als partner en niet als hinderpaal of tegenstrever te zien. Een actief individueel geloofsleven en de gezamenlijke Stille Samenkomst versterken elkaar in hun positieve invloed op de kwaliteit van leven van het individu en op dat van de gemeenschap als geheel.

‘Laat af en wordt je bewust dat ik God ben’

Psalm 46, vers 11

Judith, een zeer bijzondere en begaafde vrouw, die van Doopsgezind Quaker was geworden en tot haar dood in 1664 alle Quakergroepen in ons land o.a. in Alkmaar, Haarlem, Leiden, Rotterdam geregeld bezocht schreef eens: “…en als gij te eniger tijd weinig opwekking gevoelt, denkt dan niet dat God zich niet om u bekommert; maar keer in tot u zelf, tot het zuivere Licht, en laat dit uw rustpunt zijn. Dan kan het wezen dat gij de oorzaak zult ontdekken waarom het besef van de Tegenwoordigheid van God u tijdelijk had verlaten, zodat gij, de oorzaak daarvan verwijderende, God weer zult beleven tot uw eigen vertroosting.” Judith Zinspenning, 1660-er jaren.

Wacht niet alleen dagelijks mijn dierbare Vrienden, maar wacht zelfs alle uren op God. Ach, hoe dikwijls spreekt David van het wachten op God? (….)Vertrek daarom naar uw heilige binnenkamers, zijn Stilte, en de Heer zal u troostend toespreken.
Gezegend zijn degenen die op hem wachten.

William Penn, 1677.
In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 66

Alleen wie zelf stil kán zijn, kan het zelf beleven van “God-verwachtende stilte” doormaken. Wel is een ieder ertoe instaat, doch velen komen slechts zelden tot het beleven van deze Godgewijde stilte, en soms wordt deze stilte niet als zodanig herkend door de persoon die ze beleeft. Wij moeten onszelf op dat punt waakzaam houden, ja het met ernst zoeken d.w.z. het rumoer weten te ontgaan.

Daan Daamen, 1938

Laten wij het vooral aandurven, stil te zijn, niet alleen in de wijdingssamenkomst, maar ook in onze eigen kamer, en om tijd te hebben voor een gebed.
Lyd van Andel, 1957.

Wat gebeurt er in het heelal?
Ignatius van Loyola heeft eens gezegd:
“Ik kom van God, behoor aan God, en ik ga naar God terug”.
Deze drie getuigenissen zijn excellente onderwerpen voor een meditatie.
Zij veronderstellen wat alle christelijke gebeden veronderstellen: dat wij niet bidden in een vacuüm.
Als ik bid is het meest belangrijke dat ik tot die diepe innerlijke realisatie kom van wat er plaatsvindt in de kosmos.
Er is een proces van kostbare verzoening gaande in het hier en nu.
Het bevestigt dat God de grond van ons bestaan is en dat Hij de liefdevolle helper is voor iedere man en vrouw die in deze wereld komt.
God kwam tot ons zichtbaar in de persoon van Jezus Christus. Dat gaat nog steeds door. Deze bevrijdende liefde kan elke scheiding verzoenen, elke tweedracht, elke onenigheid. Wanneer ik bid, begin ik niet met dat proces. Dat is reeds aanwezig, dat zette mij aan tot bidden.

“Je zou mij niet zoeken, als je mij niet reeds gevonden had.”
Wanneer ik bid, ontwaak ik, ik luister en ontdek dat het vertrouwen in mijn gebed opgenomen werd in een kracht machtiger dan ik mij had kunnen voorstellen, als ik dat niet zelf ervaren had.
Douglas Steere in: ‘Prayer in the Contemporary World

Bidden is jezelf relativeren. Leven kan bidden zijn als je voldoende ruimte laat voor zelfrelativering, voor spel.
Een bijdrage in de wijdingssamenkomst tijdens de Algemene Vergadering, 1998

Spiritueel leven betekent: leven vanuit je hart, je geest, je lichaam, je omgeving – vanuit een heelheid. ‘Ik kwam zodat zij zouden leven’, zo zegt Jezus, ‘zodat zij ten volle zouden leven’ ( Joh. 10:10).
Zo vormt spiritualiteit de weg naar heelheid van mensen, natuur, milieu, van de Schepping.
Henk Ubas, 2000

Terug naar inhoudsopgave

<== Vorige: 3.2 Bijzondere stille samenkomst
Volgende: 3.4 Getuigenissen==>

3.4 Getuigenissen

Johannes vertelt in zijn evangelie ( Johannes 1:9) dat hijzelf er was om te getuigen van: “het ware licht dat ieder mens verlicht en dat naar de wereld kwam”. Quakers verstaan hieronder dat er “iets van Gods licht”, of anders gezegd: “dat van God” is in ieder mens. Dit verstaan van de wijze waarop God werkt in het leven van mensen, heeft bij de Vrienden geleid tot de inzichten dat iedereen gelijk is voor God, dat we anderen lief horen te hebben als onszelf, dat we op een eenvoudige en duurzame wijze dienen te leven, opdat anderen eenvoudigweg kúnnen leven, dat we de natuurlijke hulpbronnen van onze planeet eerlijker gaan delen en dat we zullen bouwen aan de vrede in onze wereld.

Deze innerlijke leiding, dit inzicht, wordt door Quakers aangeduid als ‘getuigenis’. Er zijn getuigenissen waarnaar Vrienden proberen te leven. De ene Vriend legt meer nadruk op een bepaald getuigenis en een andere weer op een ander getuigenis. Deze getuigenissen hebben in de loop der tijd verschillende prioriteiten en andere bewoordingen gekregen, mede vanwege de maatschappelijke actualiteit. En ook nu is het ene getuigenis wezenlijker voor de één, waar een ander vooral leeft naar een ander, maar ze grijpen in elkaar en zijn aan elkaar verwant omdat ze allemaal voortkomen uit dezelfde innerlijke leiding.

Enkele voorbeelden van Quakergetuigenissen zijn: integriteit, vrede en geweldloosheid, eenvoud van leven, gelijkwaardigheid van allen, het vermijden van gokken, het weigeren de eed af te leggen, verzet tegen de doodstraf, het bevorderen van sociale en economische rechtvaardigheid en een eerlijk delen van de natuurlijke hulpbronnen.

Hierna worden enkele van deze getuigenissen iets meer in detail besproken.

Vrede:

Quakers geloven dat oorlog niet in overeenstemming is met dat wat Jezus ons leert: “Heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten” (Lucas 6:27). De eerste Quakers probeerden de wortels van conflicten en oorlog te ontdekken en te handelen in een geest die alle aanleiding tot gewapende conflicten en oorlogvoering wegneemt. Het Vredesgetuigenis
is altijd een bron van inspiratie geweest voor de Vrienden door de eeuwen heen, want het wijst een weg naar een manier van leven die goede relaties tussen alle mensen, ja zelfs alle schepselen, insluit. Als religieuze gemeenschap hebben wij ons gezamenlijke getuigenis tegen oorlog en geweld gedurende onze hele geschiedenis altijd gehandhaafd. Zo hebben Quakers veel gedaan om het verbieden van de inzet van landmijnen en kindsoldaten op de internationale agenda te krijgen.

Voor veel Quakers is dit vredesgetuigenis een van de meest fundamentele Quaker-getuigenissen. Zij zijn zich er van bewust dat het vredesgetuigenis een zware verantwoordelijkheid met zich meebrengt, omdat ook de keuze voor geweldloosheid geen schone handen belooft.

Voor sommigen echter, vooral wanneer zij in situaties leven waarin zij dagelijks geconfronteerd worden met onderdrukking, onrechtvaardigheid en geweld, kan het een moeilijk getuigenis zijn, een ideaal zwaar om naar te leven. Dit is bijvoorbeeld het geval voor Quakers in een aantal Afrikaanse landen. Toch worden Vrienden ook in dergelijke omstandigheden geroepen om voort te gaan op de weg van het vredesgetuigenis.

En die weg houdt in: de kant van de slachtoffers kiezen en tegelijkertijd ‘dat van God’ in de daders blijven zien.

Eenvoud:

De Vrienden hebben elkaar altijd aangemoedigd om zo eenvoudig mogelijk te leven. De eerste Quakers geloofden dat de verleidingen van luxe en zelfingenomenheid de geestelijke ontwikkeling van een persoon in de weg konden staan, reden waarom zij zich inspanden om zich op een eenvoudige wijze te kleden en uit te drukken en waarom zij waar- schuwden tegen het aangaan van schulden. Dit getuigenis van ‘eenvoudig leven’ laat zich nu goed combineren met de oproep tot ‘duurzaam leven’, die tot doel heeft de Schepping zorgvuldig te beheren en te bewaren. Vrienden verzetten zich ook tegen ongeremde eco- nomische groei, in een samenleving die steeds meer materialistisch en egoïstisch wordt, waardoor mensen verleid worden steeds meer aan te schaffen.

Gelijkwaardigheid van allen:

Quakers geloven in ‘dat van God in iedereen’: dat alle mensen gelijk zijn voor God, onge- acht geslacht, ras of leeftijd. Zo konden bijvoorbeeld vanaf de eerste Quaker-samenkom- sten mannen, vrouwen en kinderen getuigen.
Het getuigenis van gelijkwaardigheid heeft Vrienden er steeds toe aangezet om te strijden voor verandering in volgens hen onrechtvaardige situaties. Onderwerpen waarvoor zij zich ingezet hebben én nog steeds inzetten: hervorming van het gevangeniswezen, de afschaffing van de doodstraf, de beweging tegen de slavernij, sociale woningbouw, vredes- werk, overheidsbeleid inzake immigratie en kinderbescherming.

Armoede, onrechtvaardigheid en uitsluiting zijn vaak de diepere oorzaken voor geweld- dadige conflicten en oorlog binnen en tussen staten. Dit is waar het getuigenis van de gelijkwaardigheid samenkomt met het vredesgetuigenis en dat van eenvoudig en duurzaam leven.
Dit brengt ons dichter bij de ervaring van de vroege Vrienden die geen scherpe grenzen trokken tussen de verschillende Quakergetuigenissen, maar deze zagen als één samenhan- gende uiting in de geest van Jezus en voor wie geloven en handelen altijd één waren.

Deze Algemene Vergadering herbevestigt zijn sterke bezwaren tegen het afleggen van de eed in gerechtshoven en bij andere gelegenheden, niet alleen omdat het zweren van een eed verboden is door Jezus Christus, maar ook omdat het een dubbele standaard van waarheid inhoudt. Het veronderstelt stilzwijgend dat een persoon niet gehouden is de waarheid te spreken, tenzij hij onder ede verklaart.

Australia General Meeting, 1929.

Waar onze wil en onze begeerten nog altijd het hoogste woord willen hebben, kan Gods wil in ons en door ons niet geschieden.
Rob Limburg, 1937.

Het is belangrijk te erkennen dat angst en agressie twee factoren zijn, waar ieder in eigen leven onder lijdt.
Door nog meer stilte tot een onderdeel van ons leven te maken, nog meer ons open te stellen voor het Innerlijk Licht, zal een deel van die angst en agressie kunnen worden overwonnen en omgezet worden in vrede in jezelf.

Zendbrief Nederlandse Jaarvergadering, 1977

Quakerisme zonder daden is ondenkbaar. Maar zonder onze mystieke Godservaring is het evenzeer ondenkbaar. We kunnen het in twee woorden samenvatten: “praktische mystiek”. Laten we daarmee verder gaan.
Anton Kalff, 1988

De materiële welvaart die wij verworven hebben heeft ons niet gelukkiger gemaakt en tegelij- kertijd realiseren wij ons dat het een geweldige luxe is dat wij zo sceptisch over onze welvaart kunnen doen.
Het leven van Jezus was een leven zonder zel
fbeveiliging. Maar dan kunnen wij de dingen ook niet laten voor wat ze zijn. Wie voor deze God kiest, omdat Hij voor de mens gekozen heeft, kiest daarmee wat deze God hoog zit. Het gevecht tegen uitbuiting en lijden, tegen geweld en zinloze mensvernietiging, tegen hopeloosheid en berusting, tegen hoogmoed en zelfzucht. Geloven brengt onvermijdelijk met zich mee dat wij stap voor stap onze fundamentele keuze proberen te vertalen in ons handelen. Ondanks ons falen en in al zijn betrekkelijkheid kan ons leven een plek worden waar de hoop gestalte krijgt.

Maria van Everdingen, 1989

Terug naar inhoudsopgave

<== Vorige:3.3 – Inkeer en gebed
Volgende: 3.5 – Wat Quakers verstaan onder een roeping (‘concern’) ==>

3.1 Stille samenkomst

Centraal in het leven van het Religieus Genootschap der Vrienden staat het gemeenschappelijk zoeken naar de ervaring van het Inwaartse Licht. De Vrienden komen regelmatig bij elkaar (meestal op zondagochtend) om samen in stilte te wachten op die ontmoeting met God. De samenkomsten kunnen een bepaalde orde van dienst volgen (een geprogrammeerde samenkomst) of verlopen zonder enige vooraf bepaalde inhoud (een ongeprogrammeerde samenkomst). Daarnaast is er onder Quakers wereldwijd grote verscheidenheid in de mate waarin de stilte een rol speelt. In Nederland worden op dit moment alleen ongeprogrammeerde Quaker samenkomsten gehouden. Daarom beperken wij ons hier tot deze vorm van samenkomst.

De samenkomst staat open voor iedereen, maar het is goed om erbij stil te staan dat zij niet bedoeld is als een op zichzelf staande activiteit: de stille samenkomst maakt deel uit van de weg die de Vrienden willen gaan.
Vrienden hebben door de eeuwen heen ervaren dat allen die zich in de Quaker samenkomst openstellen voor het Inwaartse Licht, zich persoonlijk of als groep door God geleid kunnen voelen. God kan alleen gekend worden door de manier waarop Hij zich in de mens openbaart. Soms dringt deze openbaring tot ons door, soms niet. Maar ook degene die niets van deze openbaring beleeft kan aan de samenkomst een belangrijke bijdrage leveren door zijn/haar (stille) aanwezigheid en die de samenkomst verdiept.

De vorm van de samenkomst

De vorm van de Quaker samenkomst is eenvoudig. Elke plek is geschikt. De inrichting van de plek van samenkomst en de manier waarop de samenkomst precies verloopt zijn afhankelijk van de afspraken die daarover binnen de lokale groep zijn gemaakt. Bij binnenkomst word je begroet door een verwelkomende Vriend. De samenkomst begint wanneer de eerste deelnemer heeft plaatsgenomen. Het einde van de samenkomst wordt aangegeven door een daartoe van tevoren bepaalde Vriend, die gaat staan en zijn/haar buren een hand geeft, waarop iedereen dat doet. Gewoonlijk duurt een stille Quaker samenkomst ongeveer een uur.

Gesproken of gezongen bijdragen

Eén van de aanwezigen kan de inspiratie die in de samenkomst wordt ervaren onder woorden brengen en met de anderen delen. Deze persoon gaat dan staan, verwoordt kort en bondig wat hij of zij te zeggen heeft en gaat weer zitten. Vrienden geloven dat God door ieder mens kan spreken en dat iedereen toegang heeft tot God. Vrienden hechten er waarde aan dat ieder spreken een uitdrukking is van wat men zelf in het hart of leven ervaart
of heeft ervaren. Na elke bijdrage zijn we weer een tijdje stil om de woorden goed tot ons door te laten dringen. Omdat iedereen probeert iets te vertolken van wat er diep in hem/ haar leeft is het niet de bedoeling dat anderen daar in hun bijdragen, op wat voor manier ook, commentaar op leveren.

Wat doet iedereen in die stilte?

George Fox raadt ons voor de Quaker-samenkomst het volgende aan: ‘Wees rustig en kalm in hart en ziel. Laat je eigen gedachten los. Dan zul je ervaren hoe de goddelijke levensbron in jou je geest tot God zal richten. Daardoor zul je zijn kracht ontvangen en de vitaliteit om elke zware storm, orkaan en tegenwind tot bedaren te brengen. Laat daarom een moment je eigen gedachten, je eigen streven, zoeken, verlangen en voorstellingen los. Rust in de goddelijke levensbron in jou om je geest in God zelf tot rust te laten komen en hem nabij te komen. Dan zul je kracht van hem ontvangen en ontdekken dat hij jou in moeilijke tijden, in tijden van nood, tot hulp zal zijn; dat hij een God is die jou altijd nabij blijft’.

Vrienden zoeken hierbij ieder hun eigen weg, in het vertrouwen dat het Inwaartse Licht hen hierbij te hulp komt.
Maar het is wel een gemeenschappelijk zoeken, een “samen op weg”, zodat wij elkaar en God ontmoeten in de Stilte. Als dit werkelijk plaatsvindt spreken we van een ‘in de geest verenigde samenkomst’.

De in de geest ”verenigde” samenkomst

Het komt soms voor dat de stilte haast tastbaar wordt. Alle behoefte aan woorden is verdwenen. Op die momenten kunnen de aanwezigen het gevoel hebben dat ze wezenlijk in het Licht met elkaar verbonden zijn. Een gevoel dat we met verwondering en dankbaarheid ervaren, een teken van liefdevolle eenheid.

Die verbondenheid kan ook naar voren komen doordat iemand iets zegt, soms een enkel zinnetje, waarvan een van de aanwezigen het gevoel heeft dat deze bijdrage net het troostende, verlossende woord was waar hij of zij behoefte aan had.

Voorbereiding op de Stille Samenkomst

Voorbereiding op de Quakersamenkomst betekent dat we zorgen dat we er met de juiste geestesgesteldheid aan beginnen. Dat kan bereikt worden door ook gedurende de week de stilte of de verdieping te zoeken. In de ongeprogrammeerde traditie is het niet gebruikelijk dat iemand een bijdrage thuis voorbereidt, maar het kan wel. Toch zal de beslissing om deze bijdrage ook werkelijk te leveren pas genomen kunnen worden in de Quaker samenkomst zelf, omdat alleen daar ervaren kan worden of die bijdrage bij het gevoelen van de samenkomst past.

…Wanneer iemand toelaat dat hij van slaap in de samenkomst overwonnen wordt dan verliest hij het gevoel van de kracht Gods.
Stephen Crisp, 1669. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 629

Dit stille wachten wordt niet bereikt, noch begrepen, wanneer wij niet bereid zijn onze eigen wijsheid en wil opzij te zetten en ons volledig aan God te onderwerpen. De mens handelt zodoende niet zozeer zelf, maar wordt tot handelen gebracht door het Licht. In onze stille samenkomst heeft ieder zodoende deel aan de vernieuwing en versterking van de gemeenschap en de ‘communie’ met allen. Dus zien wij het als een plicht bijeen te komen, waarbij het de verantwoordelijkheid van ieder en allen is te wachten op God. Geleidelijk terugkerend vanuit onze eigen gedachten en beslommeringen ervaren wij dan dat het een bijeenkomst is in zijn Naam, waar Hij temidden van ons is, zoals Hij heeft beloofd.
Robert Barclay, (1676 Proposition XI in Apology)

Wanneer gij tot uw Vergaderingen komt, zit dan in stilzwijgendheid, rustend van uw eigen willen en lopen en wachtend op de Heer, met uw gemoederen in het Licht bevestigd waarmee Christus u verlicht heeft, totdat de Heer zijn leven op u ademt, u verkwikt, u voorbereid en uw geesten en zielen opwekt om u bekwaam te maken voor een zuivere en geestelijke offerande. William Penn, 1677. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 29

Om nu en dan met het volk des Heren op hem te wachten en om tot stilheid te komen uit de vele bezigheden die in de wereld zijn en in stilzwijgendheid te wachten om de ontspringing van het leven en de kracht Gods in het innerlijk te voelen.
Elizabeth Hendriks, 1683. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam , 1684, blz. 538.

Zij geloven, dat in de stille tijd, dat zij samen zijn, zij gezamenlijk iets vinden, dat zij alleen niet gevonden zouden hebben. Dat is ‘the seed’, het zaad van het goede, dat in ieder mens, zonder enig onderscheid, is verborgen.. De moeilijkheid is dat het leven zo druk is, zo lawaaiig!….Ook in het overdrachtelijke, in het geestelijke is dat het geval. De Quakers zijn mensen, die gezamenlijk even stil staan in dit drukke leven; die gezamenlijk stil zijn en zich rekenschap willen geven van hun eigen stuk eeuwigheid; van hun gezamenlijk stuk eeuwigheid.
Corry Laman Trip, 1935.

Datgene dat wellicht het diepste en het wezenlijkste is bij de Quakers is de zwijgende samen- komst. Het is het sterkste en meest broze, wij laten het leven van alledag in ons wegzinken om het eeuwige deelachtig te worden en voelen dat deze werkelijkheid dieper, rijker, waarachtiger wordt.. Zijn er nog woorden nodig om duidelijk te maken wat de dragende gemeenschap der Vrienden in de zwijgende samenkomst betekent? Waarom hier iets aanwezig is, dat ons ver boven het individuele gebed uit heft?
Manfred Pollatz, 1936

Het woord Inwaarts duidt een beweging aan, evenals er in het woord voorwaarts, opwaarts, neerwaarts, achterwaarts zit. Het is een dynamisch woord.
Het Licht is inwaarts. Het zoekt ons, het vindt ons, het verlicht ons, het verwarmt ons. Het
is ook voorwaarts, naar de wereld toe. Het is ook achterwaarts: Terug als je te ver verkeerd gelopen bent. En neerwaarts, als je je zelf op een te hoog voetstuk hebt gezet, en denkt dat je het zelf wel allemaal alleen kan doen, zonder het Licht, buiten het Licht om.
Dina van Dalfsen, In: Het inwaartse Licht bij de Quakers, 1940.

Een persoonlijke getuigenis, hoe aarzelend en onbeholpen geuit, maar ontsproten aan ter plaatse gevonden contact met God, kan het niveau van een wijdingssamenkomst onverwacht verhogen. Door zulk een verhoging (die ook zonder een gesproken getuigenis tot stand kan komen) gaat de verwachting over in beleving van eenheid. Het deelhebben aan deze collec- tieve ervaring is niet de enige gave die de wijdingssamenkomst in haar schoot bergt. Daarvan weten mensen mee te spreken die in de wijdingssamenkomst een individuele zegen mochten ontvangen. Niet altijd, slechts zelden dringt dit tot derden door. Deze individuele ervaring wordt meestal, als een heilsgeheimenis in de stilte bewaard.
Piet A. Kappers, 1956 .

In iedere bijeenkomst, waar mensen samenkomen om God te zoeken, is het goed zijn. De essentiële waarde van iedere samenkomst wordt bepaald door de God- gerichtheid ervan. Daarom betreur ik in mijn gescheidenheid van u allen vooral dit: dat ik vrijwel nooit een wijdingssamenkomst meemaak. Daar immers zoeken wij, tezamen en als Vrienden, God in de stilte.
Eg van Meer, 1957.

Het was deze stille meeting, in alle ongetrainde onvolkomenheid soms, die ons hart bleef trekken. Want daarin vielen woordschermen weg, die ons in ons traditionele milieu zochten te omhullen. Voor ons, en dit is wellicht uitsluitend een karakteruitkomst en zeker geen verdien- ste, sprak Gods stem onverhulder in deze stilte. Zodat we in een gewone kerkdienst meestal het begin, een lied, een Bijbelwoord, een preekbegin, konden opnemen en daarmee zelf een lijn volgden om met schrik aan ’t eind te merken dat we zelf een preek gedacht hadden.
Rien en Rieke Buter, 1960

Het laatste punt, misschien het belangrijkste, is het feit, dat het Quakerisme “moeilijk” is. Is het niet veel eenvoudiger om een voorganger te hebben, die bemiddelaar is tussen God en de men- sen? De voorganger kan zeggen wat hij mag en niet mag. De Quaker moet het voor zichzelf uitmaken. Van leden zelf wordt veel meer geëist. Er is een zekere “mental training” voor nodig. Ik denk hierbij in de eerste plaats aan de ‘meeting’. De meeste mensen zullen hier in het begin veel moeite mee hebben. Het zal een hele tijd duren eer dat de meeting werkelijk iets voor hen betekent.
Frans Ketner, 1960.

Indien wij het voorbeeld van Jezus navolgen, zal dat ons brengen tot een ijverig zoeken naar meer klaarheid, meer kennis en meer beleving van onze verantwoordelijkheid ten opzichte van het leven. Een dergelijk antwoord op het voorbeeld van Jezus vinden wij van meer belang dan betuigingen van ons geloof in hem. Door in stilte naar God te luisteren en door spontaan deel te nemen aan onze erediensten ontdekken we de kracht om antwoord te geven aan God, die in ons en in onze naaste en in de wereld is. Indien wij willen voorkomen dat ons leven zo wordt ingenomen door andere dingen dat wij aan dat antwoord aan God niet meer toeko- men, moeten wij soberheid gaan betrachten.
Groep jonge Quakers, 1960.

Wij moeten leren onderscheiden tussen onze eigen ideeën en de innerlijke leiding. Wij moeten ontdekken wat het verschil is tussen: dit doe ik, omdat ik zie dat het nuttig en nodig is, en: ik begrijp dit niet, maar ik waag het er mee, omdat ik dit gevoel herken en ondervonden heb dat God mijn weg effent als ik het volg.
Dina van Dalfsen, 1965

Er zijn naar mijn overtuiging vele wegen die kunnen leiden tot een ontmoeting tussen God
en de mens. Een van deze wegen is het “stil-zijn” waarbij de mens zich, alleen of samen met anderen, openstelt voor “dat van God ín hem”. En waarbij hij bidt en God vraagt om inzicht en kracht bij zijn pogen Gods opdracht in zijn levenswijze gestalte te geven. Zij die deze weg bewandelen worden Quakers genoemd. Ik ben Quaker! Mijn ontmoetingen met God waren nooit zo intiem, zo intens, dan de keren dat zij plaats mochten vinden tijdens een meeting waarin ik bewust mijzelf openstelde voor Hem in eerbiedig stil-zijn. Ik heb daarbij nooit Gods stem gehoord noch zijn beeltenis voor ogen gehad, maar ik heb vaak Gods aanwezigheid op een niet te beschrijven wijze ervaren. Zijn wil begrepen, Zijn kracht ontvangen die me in staat stelde Zijn opdracht te aanvaarden. Ook heb ik somtijds in de houding of in de uiting van vrienden, met wie ik in een uur van stilte mocht samenzijn, hún ontmoeting met God herkend, voelend hoe Gods liefde in hen was.
Ton Bosman, 1972

God is liefde, lezen we in de brief van Johannes, en wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem. Indien er iets van liefde in ons blijft kunnen wij niet helemaal verdwalen. De stilte en de innerlijke eenzaamheid is voorwaarde voor het contact met dat van God. Onze wijdingssamenkomsten kunnen ons helpen deel te hebben aan het leven van de stilte. Onze houding moet een verwachtende houding zijn, op het innerlijke gericht. Dit houdt in, dat ik eerder passief in het leven sta, dan actief.
Adolf Woldendorp, 1972

Je bent een Quaker, je hebt gekozen, je weet dat je in een Quakermeeting met anderen God kunt vinden. Dat samenzijn is een scheppende bron, daar is meer aanwezig dan wat men met ogen kan zien. Daaruit ontstaat de verantwoordelijkheid voor de ander, voor opdrachten in de buitenwereld.
Miep Lieftinck, 1982

‘Mirembe’ – ‘ Ik kom tot je in Vrede’. Met deze hier gebruikelijke groet willen wij alle Vrienden ter wereld groeten vanuit Kaimosi, Kenia, waar wij samen luisteren naar de weg van de vrede; waar wij samen wijdingsdiensten hebben gehouden met stilte, Bijbelteksten, gesproken bijdragen en gezang. Wij hebben ingezien, dat zelfkennis, eerlijkheid tegenover ons zelf en waarheid een onmiskenbaar deel uitmaken van ons Quakergetuigenis. We hebben ervaren, dat de vernieuwende kracht van Gods liefde altijd beschikbaar is, die zowel onze zwakheden als de wanhoop van de wereld in beroering zal overwinnen. Wij zijn onze verschillende manieren van Quakerzijn gaan begrijpen en samen willen wij getuigen van de gelijkwaardigheid van alle mensen, mannen en vrouwen, jongeren en ouderen van alle rassen en volkeren. Deze gelijkwaardigheid vraagt om een nieuwe en krachtige aanpak van sociale verhoudingen, waarbij inbegrepen een zuiver reageren op de noden van zowel onderdrukten als onderdruk- kers. Als wij zelf overheersend of angstig zijn, staan wij het tot stand komen van vreedzame betrekkingen en het zoeken naar vrede in de weg. Ons beschikbaar zijn voor God en ons in stilte open staan voor inspiratie van het Innerlijk Licht zijn onze bronnen van kracht en vrede. Laat ons Vrienden, ons leven en het Religieus Genootschap der Vrienden in Gods handen leggen. Moge die vernieuwende geest in en door ons werken, zodat wij de ons toebedachte rol mogen spelen met moed, hoop en vreugde.
Zendbrief van de 15e driejaarlijkse bijeenkomst van FWCC, Kaimosi, Kenia, 1982.

Het begin van de geloofsgemeenschap ligt niet bij de sacramenten als heils instellingen of symbolen, maar bij het diepe verlangen naar en de ervaring van de gemeenschap, de ver- borgen omgang, met God. Dit wordt voor Quakers het meest volledig uitgedrukt in de stille samenkomst waarin het spontaan gesproken woord, de (Bijbel)lezing, getuigenis en gebed een uitdrukking zijn van dat verlangen, die hoop en die geloofservaring. Onlosmakelijk daarmee verbonden is het handelend in de wereld staan en de bewustwording van onze verantwoorde- lijkheid voor onze medemensen en de schepping.

Uit: Reactie Nederlandse JV op het rapport ‘Doop, Avondmaal en Ambt’ van de Wereld- raad van Kerken, 1985.

Gezamenlijk staan we open voor Gods geest, dat is heel iets anders dan opgaan in de volheid van het Niets. Een toestand die ik niet verlang te kennen. Wij zoeken toch niet in de wijdings- samenkomst de grote Leegte?
Anton Kalff, 1995.

Quakergeloof heeft alles te maken met ervaring. Want dit geloof is de ervaring van Gods na- bijheid, van eenheid met God/het goddelijke. Al moeten we daar tegelijk aan toevoegen: het is ook de ervaring van het ontberen van deze nabijheid, van deze eenheid. Daarom is er sprake van zoeken, verlangen, openstellen. Quakergeloof is dus vervulling, en verlangen. Deze kern heeft zich aan de Vrienden onthuld als levensbron..
Henk Ubas, 1998.

Vrienden kunnen helpen door zich bij het binnenkomen niet te laten afleiden door oppervlak- kige gesprekken voor de meeting, voortdurend geblader in boeken enz. De Vrienden hebben in het verleden steeds weer gewezen op de centrale plaats van de meeting. Het is het centrum van ons dagelijks leven, de tijd waarin we samen de bron van ons leven en de kracht ontdekken – de levende Christus. Iets zo belangrijks vraagt onze constante aandacht. Ook gedurende de voorafgaande week.
Henk Ubas, 1999.

Misschien houden we ons te vaak stil. Of zouden onze daden voor ons moeten spreken? Is dat genoeg (gebleken)? Ik weet het niet. Wel weet ik, dat we onze rijkdom zouden moeten delen; de rijkdom van de kracht, die we ervaren in onze stilte, en die onze menselijke begrippen te boven gaat.

Irene Visser, 2002.

Door mijn stil zijn probeer ik de nabijheid van God te voelen. Die nabijheid is voor mij een alledaagse werkelijkheid, maar ik leef er aan voorbij. Door met anderen stil te zijn voel ik mij met hen verbonden omdat we allen hetzelfde verlangen. In de stilte plaats ik ook mijn zwijgen, dat is als een vaartuig dat leeg blijft door mijn onwetendheid, maar mijn enige antwoord omvat aan het onkenbare Goddelijke mysterie. Het bootje heeft geen ballast, het dobbert rond op de zee van stilte. Soms blaast ineens de wind mijn kleine zeil bol en hoef ik het roer alleen maar vast te houden, niet te sturen.

Thea Droog, 2013

Terug naar inhoudsopgave

<== Vorige: 3 – Geloven
Volgende: 3.2 Bijzondere stille samenkomst ==>

3.2 Bijzondere Stille Samenkomsten

Bij speciale gelegenheden kan een plaatselijke groep gevraagd worden om deze momenten te markeren door het houden van een bijzondere Stille Samenkomst, bijvoorbeeld bij huwelijk, overlijden of jubilea.
Zo kunnen partners een huwelijk of andere duurzame relatie willen bevestigen in een Stille Samenkomst. Maandvergaderingen zullen op verzoek een bijzondere Stille Samenkomst houden om te vieren dat twee mensen besloten hebben samen door het leven te gaan. Zij dienen hiertoe een schriftelijk verzoek bij de Schrijver van de Maandvergadering (plaatselijke groep) in. Ten minste één van de twee partners dient lid te zijn van het Genootschap, dan wel regelmatig de samenkomsten te bezoeken. De Maandvergadering overweegt het verzoek en wijst twee Bezoekende Vrienden aan, die met de partners in een gesprek nagaan wat hun verwachtingen zijn. De Maandvergadering kan vervolgens besluiten tot het houden van een bijzondere Stille Samenkomst om die duurzame relatie te bevestigen.

In die samenkomst staan beide partners op en beloven elkaar trouw in zelfgekozen bewoordingen. Het is gebruikelijk dat na afloop alle aanwezigen met hun handtekening op het trouwdocument bevestigen dat zij getuigen zijn geweest van het uitspreken van de beloften.

Evenzo kan een Maandvergadering gevraagd worden om een bijzondere Stille Samenkomst te houden om een overleden Vriend of trouwe bezoeker van de samenkomsten te herdenken. Tijdens een sobere bijeenkomst kunnen de Vrienden dan in stilte samen, in dankbaarheid voor het leven van de overledene, Gods aanwezigheid ervaren.

Omdat bijzondere samenkomsten vaak worden bijgewoond door bezoekers die niet vertrouwd zijn met Quakersamenkomsten is het aan te bevelen dat de Schrijver of een andere Vriend een korte inleiding houdt over de wijze waarop onze samenkomsten gehouden worden.

Geen dominee of ambtenaar heeft hun huwelijk ingezegend of bevestigd. Het huwelijk is hun geschenk van God aan elkaar, en een geschenk van de Samenkomst aan hen beiden. En nadat ze dat geschenk gegeven hebben, zullen ze, vanaf die dag, verenigd en onderling afhankelijk zijn. Hun huwelijksceremonie, gebaseerd als ze is op zelfvertrouwen, eenvoud en gelijkwaardigheid, wordt zo een metafoor voor het hele Quaker leven.

Robert Lawrence Smith: A Quaker Book of Wisdom. London 1998.

Quakerhuwelijken zijn vaak bijzonder mooie gebeurtenissen en Stille Samenkomsten tegelijk. De gasten worden verwelkomd door een Vriend die uitlegt hoe het bij Quakers toegaat
– voor velen zal dit hun eerste ervaring zijn – en de ruimte vult zich langzaam met die diepe, bekende stilte. Als ze voelen dat het moment daar is, staan de mensen die gaan trouwen op, en spreken hun verklaring uit. De Samenkomst valt terug in de stilte. Tijdens die stilte kunnen gasten spreken om hun liefdevolle steun te uiten.
Geoffrey Durham, Being a Quaker, a Guide for Newcomers. Oxford 2011

Terug naar inhoudsopgave

<== Vorige: 3.1 Stille samenkomst
Volgende: 3.3 Inkeer en gebed ==>

3. Geloven

Quakers schrikken ervoor terug om hun geloofsovertuiging “voor eens en voor altijd” onder woorden te brengen. Leerstelligheid en dogmatiek zijn Quakers dus vreemd. Quakers zijn en blijven – ook en vooral in dit opzicht – “Zoekers” naar de leiding Gods, het Inwaartse Licht, waarheid, voortgaande openbaring en inspiratie. Dat neemt niet weg dat ook wij Quakers er van oudsher behoefte aan hebben gehad om onze geloofservaringen en onze visie daarop te beschrijven.

In dit hoofdstuk pogen we dan ook inzichtelijk te maken wat Quakers vinden van een aantal voor hun geloofsleven wezenlijke onderwerpen.

Terug naar inhoudsopgave

<== Vorige: 2.2 Levensbeschrijvingen van enkele bekende Vrienden
Volgende: 3.1 – Stille samenkomst ==>