7.4 Overwegingen en Vragen voor kinderen

De overwegingen en vragen voor kinderen kunnen hulp bieden aan ouders die hun Quakergedachtegoed willen overdragen aan hun kinderen, omdat de vragen daarin meer aansluiten bij de kinderlijke belevingswereld.

VrOEM!

Quakergetuigenissen en -vragen voor kinderen

De manier waarop Quakers hun geloof willen beleven hebben zij proberen vast te leggen in woorden, die we Getuigenissen noemen. Wij geloven dat God wil dat we een goed leven leiden. De Getuigenissen vertellen ons wat Quakers daarbij het allerbelangrijkst vinden.

Als je dat wilt onthouden, denk dan aan het woord VrOEM!

Vr = Vrede

Quakers geloven dat je met oorlog en geweld geen ruzies tussen mensen kunt oplossen, maar er alleen mensen mee pijn doet. Quakers proberen hun discussies af te ronden zonder wapens en zonder woorden die kwetsen. Zij geloven dat vrede begint bij ieder van ons.

Denk er eens over na:

–  of je wel naar ieders mening luistert, ook als er ruzie is;
–  wat je moet doen als je woedend op iemand bent;
–  wat we kunnen doen om onze wereld vrediger te maken.

O = Onkreukbaarheid
Zoals je zuinig bent op een nieuw vel tekenpapier, zodat het niet zal kreuken, zo willen Quakers zuinig zijn op het leven en dat van anderen. Zij willen eerlijk zijn en altijd goed werk leveren. Als ze zeggen wat ze bedoelen, willen ze dat ook menen. Met een moeilijk woord heet dat: integer zijn. Het is: met respect en zonder egoïsme met ander mensen omgaan. Denk er eens over na:

  • –  probeer je in elke situatie altijd eerlijk te zijn?
  • –  probeer je wat je doet, zo goed mogelijk te doen?
  • –  wat betekent het: voor andere mensen respect te hebben?

E = Eenvoud Quakers denken dat als je steeds probeert nieuwe en betere dingen te krijgen, dat je
dan vergeet een goed mens te zijn. Door het hebben van veel leuke kleren, speelgoed of spelletjes raken we soms achter bij ons (school)werk. Of we gaan denken dat die zaken belangrijker zijn dan de mensen om ons heen. Daarom besteden we niet veel aandacht aan ‘mode’ en aan wat ‘in’ is.
Denk eens na:

–  zijn mijn bezittingen belangrijker dan mijn vrienden en familie?
–  wil ik iets soms alleen hebben om ‘cool’ te lijken?
–  wat is leuk om te doen, terwijl het niets kost?

M = Medemens Quakers geloven dat er iets van God is in ieder mens. Dat dus elk mens heel waardevol is. Dat betekent dat iedereen dezelfde mensenrechten heeft en eerlijk moet worden behan- deld. Daarnaast vinden Quakers ook dat het belangrijk is om een goede buur te zijn. Om hulpvaardig te zijn voor onze familie, onze vrienden, medeleerlingen, leraren en mensen in nood. Om eens een klusje op te knappen voor een ander of iemand te bezoeken die alleen is. En niet te vergeten: om met elkaar plezier te maken!
We noemen dit de Getuigenissen van Gelijkheid en Gemeenschap. Denk er eens over na:

–  hoe doe je dat, eerlijk zijn tegen andere kinderen?
–  moet je iets doen als een ander onvriendelijk wordt behandeld?
–  hoeveel durven we te delen met een ander?
–  leer je elkaar beter kennen als je samen plezier maakt?

! = De Aarde Het uitroepteken wil zeggen: let op! We kunnen vreedzaam leven, met respect voor onze medemens en sober, maar we doen dat op onze aardbol. Deze aarde is de enige die we hebben. Die is er niet alleen voor ons, maar was er al voor onze voorouders en moet er nog zijn voor alle volgende generaties. We hebben de aarde niet in bezit, maar slechts te leen. Laten we dan ook zorgen dat we die mooie planeet niet vernielen, dat we voorzichtig omgaan met dieren en planten. Dat we de bodemschatten zuinig gebruiken, zodat we de aarde niet uitputten.
Denk er eens over na:

  • –  probeer je zo min mogelijk te verspillen?
  • –  hoe kun je genieten van de aarde en er ook op passen?

7.3 Overwegingen en Vragen

1.
Vrienden, wees alert op de ingevingen van liefde en waarheid in je hart. Ze kunnen een vingerwijzing zijn van het Licht van God dat ons onze duisternis toont en ons tot nieuw leven brengt.

2.
Orden je hele leven naar Jezus’ voorbeeld.
Ben je ontvankelijk voor de helende kracht van Gods liefde?
Koester dat van God in je, opdat die liefde in je mag groeien en je zal leiden. Laten je eerbied voor God en je dagelijks leven elkaar wederzijds verrijken.
Waardeer de manier waarop je zelf God ervaart, hoe deze ervaring ook tot je komt. Besef dat de navolging van Jezus een levensweg is en niet slechts een begrip of een verzameling opvattingen.

3.
Probeer je tijd vrij te houden om stil te zijn en je zo open te stellen voor de Geest?
Dit is nodig om onze weg te vinden naar en in de stilte. Streef ernaar diep van binnen innerlijk stil te zijn, zelfs midden in je dagelijkse beslommeringen. Daardoor worden we ons steeds dieper bewust van ‘dat van God’ en vinden we de bron van onze innerlijke kracht. Moedig je jezelf aan om je elke dag te richten naar Gods leidende Licht?
Houd jezelf en anderen in het Licht, je ervan bewust dat God iedereen liefheeft.

4.
Het Religieus Genootschap der Vrienden heeft altijd inspiratie geput uit het leven en de lessen van Jezus. Hoe zie jij jouw geloof in het licht van deze erfenis? Hoe spreekt Jezus tot jou vandaag? Volg je Jezus’ voorbeeld van liefde-in-de-praktijk? Kom je door zijn leven tot inzicht wat het werkelijk betekent God te volgen en wat dat kost? Hoe word jij geïnspireerd door Jezus’ relatie met God?

5.
Neem de tijd om te leren van de ervaring die anderen hebben met het Licht. Vergeet het belang van de Bijbel niet, de geschriften van Vrienden en alle andere geschriften die Gods wegen zichtbaar maken.
Besef dat ook twijfel en het stellen van vragen kunnen leiden tot spirituele groei en tot een dieper bewustzijn van het Licht dat in ons allen aanwezig is.
Kun jij op jouw beurt vrijmoedig doorgeven wat je zelf hebt geleerd?
Respecteer de ervaringen en meningen van anderen maar wees niet bang te spreken over wat je zelf hebt ontdekt.

6.
Zoek je van harte samenwerking met andere levensbeschouwelijke groeperingen om gemeenschappelijke doelen te realiseren?
Probeer om met behulp van je inlevingsvermogen en loyaal aan de Quaker getuigenissen het leven en de getuigenissen van andere geloofsgemeenschappen en groeperingen te begrijpen en op deze wijze vriendschapsbanden aan te gaan.

7.
Probeer je ervan bewust te worden dat de Geest van God in jou aan het werk is. Onze geestelijke ontwikkeling gaat ons hele leven door, vaak op onverwachte manieren. In alles om ons heen kunnen we inspiratie vinden: in de natuur, in kunst en wetenschappen, in ons werk en onze vriendschappen, in ons verdriet en in onze vreugde.
Sta je open voor nieuw licht, uit welke bron dan ook?
Overweeg je nieuwe ideeën met onderscheidingsvermogen?

8.
Eerbied is ons antwoord op de betekenis van God in ons leven. Dat kunnen we voelen
als we alleen zijn, maar ook als we ons samen met anderen verlangend openstellen. Dan ontdekken we wellicht een diepere ervaring van Gods aanwezigheid. In de Quaker samenkomsten zoeken we stilte in verbondenheid, zodat we allen voelen hoe de kracht van Gods Liefde ons bij elkaar brengt en ons leven richting geeft.

9.
In de samenkomst zoeken we contact met en geven wij gehoor aan God. Bereid je met hart en hoofd voor op de samenkomst. Geef jezelf en al je beslommeringen over aan God en je zult merken dat het kwade in jou zal verzwakken en het goede in kracht zal toenemen[1].

10.
Kom regelmatig naar de samenkomst, ook al ben je boos, gedeprimeerd, moe of voel je je geestelijk leeg. Sta open voor de ondersteuning van anderen die met jou in de stilte God zoeken. Probeer een spirituele heelheid te zoeken waarin ruimte is voor lijden, dankbaarheid en vreugde. Gebed dat vanuit de diepte van het hart opwelt kan genezing en heelheid bewerken. Laat de stilte van de samenkomst doorwerken in je hele leven.

11.

Wees eerlijk tegen jezelf. Zijn er voor jou ongemakkelijke waarheden die je uit de weg gaat? Laat je niet ontmoedigen als jij je eigen tekortkomingen onderkent. In de gemeenschappelijke stilte en aandacht kunnen we de zekerheid vinden van Gods liefde en zijn kracht zodat we met nieuwe moed verder kunnen gaan.

12.

Wanneer je in de samenkomst door andere dingen in beslag genomen wordt laat de gedachten die je afleiden en hinderen dan rusten en keer terug naar het besef van Gods tegenwoordigheid onder ons en in de wereld. Ontvang het getuigenis van anderen in een geest van zachtmoedigheid en creativiteit. Probeer de woorden te doorgronden, je ervan bewust dat zelfs als het voor jou niet Gods woord is, dat misschien wel zo is voor anderen. Vergeet niet dat wij allen in gelijke mate verantwoordelijk zijn voor de samenkomst, of wij onze bijdrage leveren in woorden of in stilte.

13.

Ga er niet vanuit dat het nooit op jouw weg ligt een gesproken getuigenis bij te dragen. Als jij je geroepen voelt te spreken, wacht dan rustig af om te kunnen onderscheiden of je bijdrage op zijn plaats is. Laat je niet weerhouden door een te grote bescheidenheid. Wacht tot je er zeker van bent dat wat je zegt werkelijk uit je eigen diepe ervaring komt, en vertrouw er op dat de juiste woorden zullen komen terwijl je spreekt. Probeer duidelijk en verstaanbaar te spreken, met aandacht voor de anderen. Hoed je ervoor te voorspelbaar of te vaak te spreken en laat toevoegingen tegen het eind van de samenkomst, als alles al gezegd is, achterwege.

14.

Houden jullie je Zakenvergadering in een sfeer van eerbied en vertrouwen op Gods leidend Licht? Bedenk dat we niet uit zijn op een meerderheid van stemmen en zelfs niet op consensus. We weten uit ervaring dat, als we geduldig wachten op het Licht, de juiste weg zich voor ons zal openen, zodat we tot eenheid komen.

15.

Neem je zo vaak je kunt deel aan de zakenvergaderingen? Ben je voldoende op de hoogte van onze gedisciplineerde manier van vergaderen om er aan bij te dragen? Neem je de tijd om je met hoofd en hart over moeilijke kwesties te beraden?
Ben je bereid je eigen inzichten en verlangens naast die van de anderen, of zelfs opzij te leggen, wanneer de weg die de vergadering gaat daarom vraagt? Als je zelf niet naar op de vergadering kunt komen, wees er dan in gedachten bij.

16.

Sta je positief tegenover de verscheidenheid aan culturen, talen en geloofsuitingen in onze Jaarvergadering en in de wereldgemeenschap van Vrienden?
Werk eraan om vanuit dit rijke erfgoed en brede scala aan geestelijke inzichten je eigen begrip te verruimen.

17.

Respecteer je ‘dat van God’ in iedereen, ook al wordt het misschien op een ongewone manier geuit of is dat moeilijk te ontwaren?
Ieder van ons ervaart God op een eigen specifieke wijze, en we moeten allemaal onze eigen weg vinden om daar trouw aan te zijn. Als woorden vreemd of verontrustend klinken probeer dan aan te voelen waar ze vandaan komen en wat het leven van de ander heeft gevoed. Luister geduldig en zoek de waarheid die de mening van anderen voor jou kan bevatten. Vermijd kwetsende kritiek en aanstootgevende taal. Zorg ervoor dat de kracht van jouw overtuiging je er niet toe brengt over zaken of mensen uitspraken te doen die onjuist of onrechtvaardig zijn of dingen te zeggen die geen recht doen aan de ander. Houd de mogelijkheid in gedachten dat jij je vergist.

18.

Hoe kunnen we van onze Maandvergadering een gemeenschap maken waarin een ieder zich opgenomen voelt en waarin bezoekers zich welkom voelen?
Tracht elkaar te leren kennen in de dingen, die eeuwig zijn, verdraag elkaars onvolkomenheden en houd elkaar in het Licht.

Als we zachtmoedig de vreugde en het verdriet van elkaars leven durven te delen, we hulp durven te geven en te ontvangen kan onze Maandvergadering een kanaal worden van Gods liefde en vergeving.

19.

Verheug je in de aanwezigheid van kinderen en jongeren in ons midden en waardeer de bijdragen die van hun kant komen. Bedenk dat de Maandvergadering als geheel verantwoordelijkheid draagt voor ieder kind onder onze hoede. Zoek voor hen, net als voor jezelf, de volle ontplooiing van Gods gaven en de volheid van leven, die, zoals Jezus ons leerde, ons deel kan zijn.

Hoe laat je kinderen delen in jouw diepste geloofsovertuiging, terwijl je hen toch vrij laat om zich te ontwikkelen zoals Gods geest dat met hen voorheeft?
Geef je hen de ruimte om hun diepste gevoelens en belevenissen met jou te delen? Ben je bereid van hen te leren, maar ook jouw verantwoordelijkheid jegens hen te aanvaarden?

20.

Laten we aandacht hebben voor allen die met onze Maandvergadering verbonden zijn. Neem je de tijd jouw opvattingen wat betreft het geloofsleven, de wijdingssamenkomsten, dienstbetoon en jouw betrokkenheid bij de getuigenissen van het Genootschap te delen met anderen die naar de samenkomst komen, zowel nieuwkomers, als degenen die al lang lid zijn?

Geef je naar vermogen een deel van je inkomsten aan Quaker werk? 156

21.

Krijgen jullie vriendschappen aandacht en zorg, zodat ze zich verder kunnen ontwikkelen in begrip en wederzijds respect? In diepgaande relaties lopen we de kans gekwetst te worden, maar we kunnen er ook grote vreugde in vinden. Wanneer we groot geluk voelen of veel pijn beleven, zouden we meer open kunnen staan voor het werken van de Geest.

22.

Respecteer de rijke verscheidenheid onder ons, in ons leven en onze relaties. Onthoud je van oordelen over de levenswandel van anderen.
Koester je de geest van wederzijds begrip en vergiffenis die de navolging van ons vraagt? Onthoud dat ieder van ons uniek, kostbaar en een kind van God is.

23.

Het huwelijk is door Vrienden nooit enkel beschouwd als een burgerlijk contract, maar als een religieuze verbintenis. Daarbij verklaren beide partners de intentie om elkaar, met Gods hulp, levenslang lief te hebben en te steunen. Bedenk wel, dat echt geluk afhankelijk is van wederzijds begrip en standvastige liefde. Denk in moeilijke tijden aan de waarde van het gebed, aan doorzettingsvermogen en een goed gevoel voor humor.

24.

Kinderen en jongeren hebben liefde en stabiliteit nodig. Doen wij er alles aan om ouders en anderen die voor deze zorg verantwoordelijk zijn te steunen?

25.

Een langdurige relatie brengt naast vervulling ook spanningen met zich mee. Als de relatie met je partner onder veel druk staat, zoek dan iemand die je kan helpen om het standpunt van de ander te begrijpen en je eigen gevoelens te verkennen, omdat die heftig en destructief kunnen zijn.

Als er kinderen bij betrokken zijn, houd dan rekening met hun wensen en gevoelens en bedenk dat zij steeds liefde en geborgenheid nodig hebben. Zoek in de stilte naar leiding. Als een stukgelopen relatie tot grote verslagenheid en pijn leidt, probeer dan toch zoveel mogelijk op een meelevende manier enig contact met elkaar te onderhouden. Zo kunnen zaken geregeld worden met een minimum aan verbittering.

26.

Zie je en onderken je de behoeften, maar vooral ook de gaven van ieder gezinslid, jezelf niet uitgezonderd?
Probeer van je huis een thuis te maken. Een plek van liefde, vriendschap en vreugde, waar ieder die er woont of komt vrede en verkwikking mag vinden.

27.

Leef avontuurlijk!
Als er keuzes gemaakt moeten worden, kies je dan de weg die de meeste mogelijkheden biedt om je gaven in dienst te stellen van God en de gemeenschap?

Laat je leven spreken.
Als er beslissingen genomen moeten worden, ben je dan bereid samen met anderen naar helderheid te zoeken, om Gods leiding te vragen en elkaar met raad en daad bij te staan?

28.

Iedere fase van ons leven biedt nieuwe mogelijkheden. Geef aandacht aan wat de liefde van je vraagt, ook als het geen gewichtige zaken betreft. Probeer in overeenstemming met die liefde het juiste moment te vinden om verantwoordelijkheden op je te nemen of los te laten, zonder onnodige trots of schuldgevoel. Wees attent op wat in liefde van je verlangd wordt, maar laat het geen last worden.

29.

Ben je in staat het ouder worden moedig en hoopvol te benaderen? Tref, indien mogelijk, tijdig maatregelen voor je verzorging, opdat je anderen niet onnodig belast. Ouderdom kan in toenemende mate gebreken en vereenzaming met zich meebrengen, maar de oude dag kan ook rust, onthechting en wijsheid brengen. Bid dat je ook in je laatste levensjaren in staat mag zijn nieuwe wegen te ontdekken om Gods liefde te ontvangen en uit te stralen.

30.

Kun je nadenken over je eigen dood en de dood van hen die je het meest naast staan? Pas als we de dood aanvaarden, zijn we vrij ten volle te leven. Wanneer je een zwaar verlies geleden hebt, geef jezelf dan de tijd voor verdriet. Als anderen rouwen, omring hen dan met je liefde.

31.

We zijn geroepen om te leven in overeenstemming met “dat leven en die macht, die de oorzaak van alle oorlogen wegneemt”. Blijf je trouw aan ons getuigenis dat oorlog en elke voorbereiding voor oorlog onverenigbaar zijn met de boodschap van Jezus?
Onderzoek wat in jouw leefstijl kiemen van oorlog zouden kunnen zijn. Blijf standvastig in ons Vredesgetuigenis, zelfs als anderen gewelddadig handelen of op conflicten aansturen, maar vergeet daarbij nooit dat ook zij kinderen van God zijn.

32.

Laat het Licht schijnen op al die gevoelens, opvattingen en vooroordelen van je, die zouden kunnen leiden tot agressie en conflicten, en erken dat ook jij vergiffenis en genade nodig hebt.
Hoe ben jij betrokken bij verzoening tussen individuen, groeperingen en volkeren?

33.

Blijf je alert op praktijken in je eigen omgeving en elders in de wereld, die mensen discrimineren op grond van wie of wat ze zijn of op grond van hun overtuiging? Getuig van “dat van God in ieder mens”, ook in degenen die de conventies en wetten van de samenleving schenden. Blijf zoeken naar nieuwe aanzetten tot groei en vernieuwing van het sociale

en economische leven. Probeer te begrijpen, wat de oorzaken zijn van onrecht, sociale spanningen en angst.
Ben je actief betrokken bij het tot stand komen van een rechtvaardige en barmhartige samenleving die alle mensen in staat stelt hun individuele mogelijkheden te ontwikkelen en die mensen aanmoedigt hun gaven in dienst van de gemeenschap in te zetten?

34.

Denk aan de verantwoordelijkheid die je als burger draagt voor de uitvoering van zaken van plaatselijk, nationaal en internationaal belang. Trek je niet terug wanneer dat tijd en inspanning van je vraagt.

35.

Eerbiedig de wetten van de staat, maar laat je hoogste loyaliteit bij God liggen. Als je je vanuit een diepe overtuiging gedwongen voelt de wet te overtreden, ga dan eerst uitvoerig bij je geweten te rade, en vraag je Quakergroep om je in het Licht te houden. Dat zal je kracht geven als de juiste weg duidelijk wordt.

36.

Steun je degenen die vanuit een sterke betrokkenheid of roeping handelen, zelfs als hun weg niet de jouwe is? Kun je je eigen verlangens en vooroordelen opzij zetten als je samen met anderen zoekt naar de goede weg voor hen?

37.

Ben je eerlijk en oprecht in al wat je zegt en doet?
Ben je onkreukbaar in je manier van zaken doen en je omgang met personen en organisaties? Ga je zorgvuldig om met geld en informatie die aan jou zijn toevertrouwd? Het afleggen van een eed houdt in dat je zonder eed misschien wel niet de waarheid zou spreken. Daarom is een eenvoudige belofte voldoende, mits je beseft dat je daarmee zegt integer te zijn.

38.

Wanneer er druk op je wordt uitgeoefend om concessies te doen aan je integriteit, ben je dan bereid die druk te weerstaan?
Onze verantwoordelijkheid tegenover God en onze naaste zou kunnen betekenen dat we impopulaire standpunten innemen. Laat de wens geaccepteerd te worden, of de vrees eigenaardig gevonden te worden, je beslissingen niet bepalen.

39.

Denk na over welke wegen naar het geluk, die de maatschappij ons biedt, echte voldoening geven en welke leiden tot verderf en vernietiging. Wees scherpzinnig in het kiezen van vormen van ontspanning en het verkrijgen van informatie. Bied weerstand aan het verlangen bezit of inkomen te verwerven door onethische investeringen, speculatie of kansspelen.

40.

Ga na of het, met het oog op de schade die alcohol, tabak en andere verslavende middelen aanrichten, niet verstandiger is het gebruik ervan te minderen, of er helemaal mee te stoppen. Vergeet niet dat het gebruik van alcohol of drugs het oordeelsvermogen aantast en zowel de gebruiker als anderen in gevaar kan brengen.

41.

Probeer sober te leven. Een vrijwillig gekozen eenvoudige levensstijl kan een bron van kracht zijn. Laat je niet ompraten om te kopen wat je niet nodig hebt, en zeker niet wat je je niet kunt veroorloven.
Houd je je op de hoogte van de gevolgen die jouw levensstijl kan hebben voor de economie en het milieu wereldwijd?

42.

De wereld behoort niet aan ons en de schatten van deze aarde zijn niet de onze om er naar willekeur over te beschikken. Behandel alle schepselen met liefdevolle eerbied. Probeer de schoonheid en verscheidenheid in de wereld te behouden. Werk eraan dat onze toenemende macht over de natuur op een verantwoorde manier en met eerbied voor het leven wordt uitgeoefend. Verheug je in de glorie van Gods voortgaande schepping.

Wees een toonbeeld, wees een voorbeeld in alle landen, op alle plaatsen en eilanden, voor alle volkeren, waarheen je ook gaat, opdat jij, te midden van en aan alle soorten mensen, door jouw levenshouding een boodschap kunt brengen. Dan zul je met vreugde over deze aarde wandelen en ‘dat van God’ in ieder mens herkennen en aanspreken.

George Fox, 1656

References

↑1R. Barclay (1648-1690), Apology, Propositie 11,sectie 7.

7.1 Historische achtergrond

De Raadgevingen en Vragen – zoals ze van oudsher werden genoemd – zijn bedoeld om te gebruiken in de Stille Samenkomsten, bij stille inkeer en reflectie, als een uitdaging en inspiratie in ons persoonlijk leven en ons leven als geloofsgemeenschap. Zij geven in beknopte vorm een indruk van ons geloven en werken. Ze zijn al in de zeventiende eeuw ontstaan toen de Britse Jaarvergadering in 1682 besloot de Maandvergaderingen de volgende drie vragen te stellen.

De eerste vraag was welke Vrienden sinds de laatste Algemene Vergadering overleden waren. De tweede vraag was welke Vrienden omwille van hun getuigenis in de gevangenis beland waren sinds de laatste Algemene Vergadering. De derde vraag luidde: Hoe is de Waarheid gegroeid onder jullie sinds de laatste Algemene Vergadering en hoe staat het met de vrede en eenheid onder de Vrienden? Deze eerste vragen waren bedoeld om feitelijke informatie over de Vrienden te verzamelen, inzicht in de ontwikkeling van het Genootschap te krijgen en vast te stellen of er ergens ondersteuning nodig was.

De drie vragen werden later uitgebreid naar zes. Vanaf 1700 werd een formele schriftelijke reactie gevraagd aan de Maandvergaderingen. Daardoor begon ook het karakter van de vragen te veranderen. Toen de Britse Jaarvergadering midden achttiende eeuw leden verloor en kleiner werd, bezocht een soort visitatiecommissie alle Maandvergaderingen. Deze commissie vroeg om – wat toen heette – de Raadgevingen en Vragen regelmatig te lezen en te beantwoorden.

Periodiek werden de raadgevingen en vragen herzien in de daaropvolgende eeuw. De Vrienden werden beïnvloed door de evangelische beweging en dit kwam tot uiting in de herziening van 1833. De Raadgevingen en Vragen werden toen geheel herschreven en uitgebreid. Begin negentiende eeuw begonnen de Vrienden kritische vragen te stellen rond de traditionele praktijken van het Genootschap, met inbegrip van het periodieke lezen en beantwoorden van de Raadgevingen en Vragen. De waarde ervan voor reflectie als individuele Vrienden én als Maandvergaderingen werd vanaf het begin benadrukt en als belangrijker gezien dan de formele beantwoording, die dan ook werd afgeschaft. Veel Maandvergaderingen namen de gewoonte aan om een van de Raadgevingen en Vragen te lezen aan het begin of het slot van een Stille Samenkomst.

Pas in 1928 werden de Raadgevingen en Vragen opnieuw herzien. Tegen die tijd stonden de Vrienden onwennig tegenover het enigszins evangelische taalgebruik en wensten zij ook meer nadruk op de maatschappelijk inzet van Quakers. De raadgevingen over gesproken bijdragen in de Stille Samenkomsten werden toen zo herschreven dat Vrienden die aarzelen te spreken in de Stille Samenkomst worden aangemoedigd dit wel te doen.

In 1949 werd het taalgebruik opnieuw aan de tijd aangepast. Bij een herziening in 1964 werd een aantal verwijzingen naar nieuwe maatschappelijk verschijnselen in de Raadgevingen en Vragen opgenomen. Weer twintig jaar later ontstond opnieuw een vraag naar herziening. Er was kritiek op de masculiene en soms ook theologische formuleringen. Toen de Britse Jaarvergadering in 1986 een commissie benoemde om het gehele Quaker Faith and Practice te herzien werden ook de Raadgevingen en Vragen weer herschreven. Dit resulteerde in een conceptversie van de Raadgevingen en Vragen die eerst een tijdlang beproefd werd door de Maandvergaderingen. Op basis van de reacties bood de commissie een bijgewerkte versie aan in 1994, die door de Britse Jaarvergadering werd goedgekeurd. De huidige Nederlandse hertaling van de Raadgevingen en Vragen is op die laatste, door de Britse Jaarvergadering in 1994 goedgekeurde versie gebaseerd, maar grondig hertaald en bij de tijd gebracht.
In de loop der tijd meenden sommigen onder ons dat de Raadgevingen en Vragen soms wat bevoogdend zijn, alleen de naamgeving Raadgevingen al!
Daarom is hier gekozen voor de bewoordingen Overwegingen en Vragen.

<– Vorige: 6.5 Lidmaatschap
Volgende:7.2  Inleiding en verantwoording bij de Overwegingen en Vragen –>

Inhoud

7.2 Inleiding en verantwoording bij de Overwegingen en Vragen

Als Vrienden hechten we aan een wijze van samenkomen waarbij God zich direct aan ons kan openbaren en ons kan transformeren. Wij hebben de gemeenschappelijk ervaring dat de Geest ons kan leiden in waarheid, eenheid en liefde; al onze getuigenissen komen voort uit die Leiding. In onze Stille Samenkomst stellen we ons open voor God en elkaar. In onze lange geschiedenis hebben wij ervaren dat de vruchten van Gods geest, waaronder wij met Paulus (Galaten 5:22) onder meer vreugde, geduld, vertrouwen, goedheid, zachtaardigheid en zelfbeheersing verstaan, ons leiden naar waarheid, eenheid en liefde.

Onze Quaker gemeenschap wordt voornamelijk gekenmerkt door de manier waarop Quakers tegen het leven en de medemens aankijken en niet door leerstelligheid. We kennen geen geschreven geloofsbelijdenis, geen dogma’s, geen voorgangers of leiders, geen sacramenten of rituelen, geen heilige teksten, dagen of gebouwen.

Niemand weet meer over God dan iemand. Daarom verwelkomen we juist non-conformistische opvattingen en voelen we ons meer thuis bij twijfel dan bij ‘geloof ’.
Quakers zoeken God op een heel directe manier te ervaren in zichzelf, in hun relatie met anderen en in de wereld om hen heen. De aarde, de medemens, het hele dagelijkse, avontuurlijke leven zelf zijn onze sacramenten. Die ervaring van God inspireert ons tot rechtvaardig en liefdevol handelen. Quakers zijn vanouds mystici én doeners, die zich laten inspireren door Gods geest.

Onze weg richt zich naar het leven en de leringen van Jezus, maar staat ook open voor inzichten uit andere religies en levensbeschouwingen.
Deze Overwegingen en Vragen zijn niet alleen bedoeld voor gebruik in de Stille Samenkomst, maar ook voor persoonlijke overweging. Ze zijn voor ons een bron van uitdaging en inspiratie in ons persoonlijk en gezamenlijk leven. In hun geheel vormen zij een compacte weergave van onze overtuigingen en van de manier waarop we die in ons dagelijks leven toepassen.

Binnen onze gemeenschap is er een grote verscheidenheid aan gaven en overtuigingen en in taalgebruik. De Overwegingen en Vragen kunnen ons helpen elkaar daarin beter te begrijpen en onszelf in dienst van elkaar te stellen. We moedigen elkaar aan om bescheiden en met begrip naar elkaar te luisteren, vol vertrouwen in het Licht dat onze menselijke inspanning en ons begrip overstijgt. Van oudsher hechten wij er aan dat onze geloofsuitspraken gebaseerd zijn op persoonlijke ervaringen. Taal schiet vaak tekort in het formuleren van wat ons ten diepste raakt, en dit is een van de redenen waarom onze vorm van samenkomst is gebaseerd op het ‘wachten in stilte’.

Vanwege onze open theologie, die elke leerstelligheid afwijst en de persoonlijke religieuze ervaring hoogacht, is er in deze hertaling van de Overwegingen en Vragen voor geko-
zen om de meest gebruikte termen uit de Quaker traditie te variëren, om het gevaar van verstening en daardoor betekenisverlies te voorkomen, en opdat eenieder vanuit zijn en haar individuele opvattingen er herkenning in kan vinden. Voor ‘God’ staat daarom soms ook ‘Licht’, ‘Innerlijk Licht, ‘Inwaarts Licht’, ‘Liefde’ en ‘de Eeuwige’: elke benaming is slechts een beeld van het onnoembare dat ons inspireert. We hebben beelden nodig, omdat het nu eenmaal niet mogelijk is een relatie te hebben met een beeldloze. Het ene beeld spreekt de één aan, het andere een ander, maar we moeten ons ervan bewust blijven dat onze woorden en beelden betrekkelijk zijn.

Ubuntu

Een half jaar na mijn bezoek aan Lungi en haar familie in Khayelitsha, (zie kader).
Lungi neemt ons mee op pad.
“Now I am the boss” zegt ze fier met haar hoofd rechtop en een knipoog naar mij. We slenteren door de hitte en lopen de ruim drie kwartier durende ontmoetingstour door Khayelitsha (een wijk van Kaapstad, Zuid Afrika): the walking tour through Makhaze.

Ongemerkt lopen we een beetje heupwiegend, Lungi voorop, op de aanstekelijk swingende muziek die uit één van de shacks klinkt. Het blijkt een kerk.

Thuis komen in Khayelitsha


We gaan naar binnen en worden overvallen.

Overvallen door de muziek, het voelbare welkom, de saamhorigheid, de beleving, het geloof. Een oergevoel raakt diep en huilen is de onverklaarbaar onmiddellijke reactie. Ik kijk om me heen en bij werkelijk iedereen van de Nederlandse groep stromen tranen over de wangen. We zijn meer dan ontroerd, meer dan verbaasd. Wat gebeurt hier? Dat in deze kerk, een eenvoudige hut van vijf bij vijf, zelfs de hoogstopgeleide rationele nuchtere Nederlanders staan te huilen….. Of zijn we júíst die zogenaamde hoogopgeleide, nuchtere rationele Nederlanders en wordt hier iets in ons aangeboord wat we met zijn allen zijn kwijtgeraakt of wat onderontwikkeld is?
Ik wil het niet verklaren, voor je het weet verklaar je elkaar de oorlog,” zingt Stef Bos.
De aanwezigen bidden, ze dansen en ze heten ons welkom. We worden naar voren gehaald en gevraagd of we allemaal willen vertellen wie we zijn, waar we vandaan komen. Ze geven mij het woord en ik zeg: “Molwenig, enkosi kakhulu, (dag allemaal, enorm bedankt dat we hier mogen zijn)”. En dan val ik stil, weet niet wat ik verder zeggen moet.
“Ik zie de rode aarde en ik voel zwart bloed….De muziek en tekst van Stef Bos’ nummer ‘Een zondag in Soweto’ zal voor altijd in mijn geheugen gegrift staan, want elke zin, elk woord en elke toon is letterlijk wat ik hier zie en voel. Het is alleen geen zondag in Soweto, maar een zondag in Khayelitha.

Khayelitsha is een township bij Kaapstad,Zuid-Afrika.

Khayelitsha betekent ‘nieuw thuis’ in het Xhosa. De Kaapse
Vlakte (‘Cape Flats’) is een gebied ten oosten van de stad. Khaye- litsha strekt zich uit tot aan de kust en is omgeven door zandduinen. Er zijn er die geloven dat dit bewust gedaan is door de apartheids- planners om politieke onlusten te onderdrukken. Volgens dit model heeft Khayelitsha slechts drie uitgangen en was dus eenvoudig af te sluiten in tijden van onlusten.

Khayelitsha is de grootste township van de Kaapse Vlakte en strekt zich uit langs de snelweg N2. Er wonen ongeveer 400.000 mensen[1]. De werkloosheid wordt geschat op 70%. Degenen die wel werk hebben vertrekken ’s ochtends vroeg massaal vanaf het trein- station in Khayalitsha met de trein naar Kaapstad. De situatie in Khayelitsha is de laatste jaren verbeterd. Er zijn vele bouwprojecten waarin shacks (woninkjes van golfplaat en hout) worden vervangen door stenen woningen. Tevens wordt er hard gewerkt aan stromend water en de elektriciteitsvoorziening.

Khayelitsha (met een geschat aantal van 2,4 miljoen inwoners)